Zweefvliegen is een sport met veel hoogtepunten. Stap voor stap raak je erin. Het eerste seizoen vlieg je met een instructeur. Het jaar daarop komen de meeste mensen solo en beginnen ze aan de theorie. Als het examen daarvoor gelukt is volgt de voortgezette opleiding en daarna kunnen de examenvluchten worden gemaakt.
Al bij de eerste lesvlucht mag je zelf sturen. De instructeur doet de start, en daarna leer je rechtuit vliegen. Tijdens de volgende vluchten leer je bochten maken en nog veel meer. Telkens kom je een stapje verder. Als de instructeur vindt dat je het wel alleen afkunt maak je je eerste solo-vlucht. Spannend!
De meeste mensen maken aan het begin van het tweede jaar hun eerste solovlucht. Ze oefenen nu in een eenzitter. Daarnaast maken ze nog regelmatig vluchten met een instructeur om de fijne kneepjes onder de knie te krijgen.
Tegen het eind van het tweede jaar volgt de voorbereiding op het theorie-examen. Dat omvat zes vakken en wordt in het voorjaar gehouden. Als je slaagt: BREVET! Je mag nu overal in de wereld zweefvliegen.